Ik voel hoe de beat zich via de dansvloer in mijn schoenzolen nestelt. Langzaam heupwieg ik op de klanken van Gold, een gouwe ouwe van Spandau Ballet. Een onbekende blik zet zich vast in mijn ogen, gevolgd door een charmante lach. InĀ een paar dansmoves staat hij tegenover me en legt zijn hand op mijn onderrug. In mijn buik fladdert een vlindertje rond van opwinding. Zijn andere hand zoekt de mijne. Ik beantwoord zijn gebaar. Als hij onze handen in de lucht houdt, zie ik hoe een lichtstraal van de discolampen afketst tegen het goud om zijn vinger. Het vlindertje is er van schrik vandoor.