We doen dit al jaren. En nog steeds heeft hij soms moeite om me bij te houden.
Als ik zie dat hij om het hoekje van de deurstijl blijft staan zucht ik.
‘Kom nou,’ zeg ik ietwat geïrriteerd.
Ik pak hem beet en sleur hem mee. Als hij tegen me opbotst, kan ik een vloek maar nauwelijks onderdrukken.
Een beetje grommend blijft hij staan. Vlug corrigeer ik mezelf. Hij kan er ook niets aan doen.
We vervolgen onze weg. In de bijkeuken besluit ik dat het genoeg is.
Ik haal de stekker uit het stopcontact en berg de stofzuiger in de kast op.