Ik wurm me langs nieuwsgierige omstanders die naar het asfalt staan te staren.
‘Sorry, ik moet mijn kind van school halen.’
De gejaagdheid moet in mijn stem te horen zijn, maar de naderende sirenes overstemmen ieder geluid. Als ik op mijn horloge kijk, zie ik dat de wijzers ontbreken. Verward probeer ik de tijd op de pols van een ander te lezen, als ik het slachtoffer zie liggen. Haar haren zo blond als de mijne, haar jas zo grijs als die ik draag. Pas wanneer ik haar gezicht zie, begrijp ik dat ik geen wijzers meer nodig heb.